Omdat er regelmatig een gastvoorganger bij ons voorgaat in de dienst, en omdat er in de loop van de tijd ook nieuwe gemeenteleden bijgekomen zijn, hebben we een aantal vaste gastvoorgangers gevraagd om zichzelf voor te stellen.
Ter inspiratie kregen ze een aantal vragen voorgelegd: Waar komen ze vandaan, in welke gemeente(s) zijn ze predikant (geweest) of welke rol vervullen ze, waarom gaan ze graag voor in De Hoef, en wat zien ze als uitdaging?
Marieke Sillevis Smitt – pastor met bijzondere opdracht PGU.
Ik woon in Utrecht al sinds 2001. Sinds die tijd ben ik in dienst van de diaconie van de Protestante gemeente Utrecht, eerst 12 jaar als buurtpastor Kanaleneiland en nu alweer 10 jaar als pastor met bijzonder opdracht voor en met ongedocumenteerde vluchtelingen.
Het werken met mensen in de marge is voor mij de weg om Christus te zoeken en te vinden. Dit geeft mij veel inspiratie en geloof, juist ook door het geloof en de volharding van de mensen met wie ik mag werken. Zij confronteren mij ook met alles wat zo mis is in onze samenleving én in mijzelf en helpen mij om des te harder Gods nabijheid te zoeken.
Het leuke van het werken met ongedocumenteerden is dat alles wat je doet zin heeft, omdat deze mensen werkelijk alles ontbreekt. Het zijn “mensen die er niet mogen zijn”, ze kunnen nergens aanspraak op maken en hebben geen recht op werk, terwijl ze wel recht hebben op een nieuwe procedure. Tweederde van “onze” Utrechtse mensen krijgt na verloop van soms jaren toch die verblijfsvergunning en de erkenning van vluchteling. Maar van de regering zouden ze die nieuwe procedure vanuit hun eigen land hebben moeten opzetten. Iets wat niemand doet….
Wat ook heel leuk is, is het genieten van de kleurrijkheid en de kracht van deze, meestal jonge, mannen en vrouwen. De kinderen niet te vergeten! En ik leer elke dag nog bij.
Ik vind de Hoef een mooie gemeente die dicht staat bij mensen, ook uit de buurt. Mijn hoop is om de gemeente die zo dichtbij Utrecht is, meer te betrekken bij het diaconale werk dat ik mag doen.
Ype Viersen studeerde theologie in Amsterdam en begon in 1985 als wijkpredikant in de Stefanuskerk in Overvecht.
In 1992 maakte ik de overstap naar justitie en werd gevangenispredikant. Met veel plezier heb ik gewerkt in de penitentiaire inrichtingen van Sittard, Krimpen aan den IJssel, Haarlem, Nieuwegein en Dordrecht. Gevangenissen zijn multiculturele samenlevingen in het klein. Wat het werk van een predikant daar bijzonder maakt is dat de ‘gemeente’ bestaat uit mannen, voornamelijk in de leeftijd tussen de twintig en de veertig. Dat is een groep die je in ‘gewone’ kerken niet zoveel tegenkomt. Er is vaak al veel gebeurd en ook misgegaan in hun leven. Het was een voorrecht om dan mee te mogen denken over wat in ons leven echt waardevol is en hoe we daar vorm aan kunnen geven.
Christelijk geloof is ‘leven uit een Bron’ die een vrijheid geeft die geen rechter ons kan geven. Ik heb het altijd heel bijzonder gevonden wanneer mensen tijdens hun detentie daar in de ‘bajeskerk’ iets van ontdekten.
Sinds 2020 ben ik volledig met pensioen. Ik woon, samen met mijn vrouw, al sinds 1984 in Utrecht en ben tegenwoordig actief betrokken bij de Tuindorpkerk.
Elly Bakker – emeritus-predikant in Utrecht.
Persoonlijk: Ik ben relatief laat dominee geworden, pas na mijn 30ste. In 1979 werd ik geordineerd tot predikant van de Ned. Hervormde Kerk. Ik werkte toen als geestelijk verzorger in ‘De Stichtse Hof’, een psychogeriatrisch verpleeghuis in Laren (NH) en een kerkelijke zending voelde ik als onontbeerlijk.
De kerkelijke gemeente van Laren verleende mij die ruimhartig en ondersteunde het pastoraat in de Stichtse Hof ook praktisch. Zeven mooie – en leerzame! – jaren werkte ik daar, tot in 1985 de Hervormde Gemeente van Utrecht mij beriep als dominee voor het PVV (Pastoraat in Verzorgings- en Verpleeghuizen). Dat betekende een verhuizing vanuit Amsterdam naar Utrecht … voor een geboren en getogen Mokumse wel even wennen!! Maar in de loop van de jaren is Utrecht mijn thuis geworden, niet in het minst doordat mijn kinderen hier geboren en opgegroeid zijn.
In 2003 verliet ik na bijna 25 jaar het ouderenpastoraat en werd voorganger bij de van origine gereformeerde Centrumgemeente in Utrecht. Daar heb ik het ganse oeuvre van Huub Oosterhuis van binnen en van buiten leren kennen …
Vanaf mijn theologische studie aan de UVA in Amsterdam hebben pastoraat en liturgie altijd mijn hart gehad. Mensen en wat hen bezig houdt boeien en raken me onveranderd telkens weer. Daarnaast ben ik – in de school van theoloog en dichter Willem Barnard – met hart en ziel exegeet. Ik vind het iedere keer weer geweldig spannend om de verbinding te leggen tussen de uitleg van de tekst en het leven van ons mensen vandaag, persoonlijk, maatschappelijk, wereldwijd – en dat dan in de kerkdienst een passende vorm te geven. Dat vind ik ook het leuke in De Hoef: wat ik aan levens- en geloofservaring en Bijbelkennis heb verworven aan jullie te mogen doorvertellen … met aandacht en humor. Het directe contact tijdens de kerkdiensten bij jullie vind ik heel bijzonder, en dat jullie als gemeente ook op zoek zijn naar nieuwe eigentijdse en speelse vormen van vieren en gemeente zijn, maakt dat ik graag bij jullie voorga.
Tenslotte een paar persoonlijke dingen. Ik ben moeder van een dochter en een zoon die ik vanaf hun vroege kindertijd als alleenstaande moeder-dominee heb opgevoed; hun vader was helaas niet in staat tot vader zijn. En sinds mijn kindertijd zing ik en speel met hart en ziel piano; dat laatste tegenwoordig vooral als begeleidster van klassieke lied-zangers. Ook staat in mijn huis sinds een paar jaar een tweeklaviers klavecimbel, een oude droom die werkelijkheid werd… Daarop probeer ik mij de kunst van de ‘becijferde bas’ eigen te maken. Muziek maken is voor mij geen ‘hobby’ maar veel meer dan dat: vorm geven aan wat je niet in woorden vatten kan. In de kerk doen we m.i. eigenlijk niet anders: we spreken en zingen over waar eigenlijk geen woorden voor zijn…
Kees Bouman, geboren in Gent (B), 1943. Allochtoon dus, geboren op andere grond. Opgegroeid in de Gentse havenbuurt, wat we nu een achterstandswijk zouden noemen. Je bent Nederlander, je spreekt anders, bent anders gekleed, dus: “wat doe je hier.” Maar dan in plat Gents. Dat helpt wel om iets van de moeite van de vreemdeling te begrijpen. Weten dat het er voor velen niet toe doet wie en hoe je bent, je hoort hier niet, en dus: “Wegwezen.”
Zoals dat dan gaat is je vroege jeugd mee bepalend voor je manier van denken en geloven. Zoals het beeld dat ik nog voor me heb van een oorlogsinvalide die zit te bedelen. Elke morgen als ik naar school ging, zat hij daar al. De als zesjarige nog niet geformuleerde verontwaardiging dat je mensen in nood in de steek laat.
Of de relatie naar de Rooms-Katholieke kerk. Natuurlijk de openheid tijdens Joannes XXIII (het Aggiornamento) waarbij protestanten en rooms-katholieken elkaar binnen het Gentse zeer nabij kwamen. Maar daaraan vooraf dit: de pastoor van onze wijk bezocht jaarlijks elke parochiaan, maar ons gezin ook. Van de gesprekken begreep ik weinig tot niets, maar de toon ving ik wel op: hartelijk, open, elkaar ruimte biedend. En later het besef hoezeer dat in alle eenvoud gebrachte bezoek mij leerde van welk een gewicht ogenschijnlijk onbelangrijke daden zijn.
En die ruimte dus, dat opene. De kerkelijke sfeer was goeddeels een opeenstapeling van zekerheden, een tamelijk gesloten systeem. Daarmee verbonden een stevig ‘moet’-gehalte. Mijn ouders deden daar niet aan mee. Goddank waren er ook predikanten die juist bij die ruimte, dat opene aansloten: geloof, de geloofsweg is een weg van stapsteentjes. Hoe je dan als christen dient te leven? Het was een hoog ‘zoek’-gehalte. Kan uiteindelijk alles dan zo maar? Tijdens de Koreacrisis werd er stevig gehamsterd. De toenmalige predikant schreef in het kerkblad, kort en goed: “Christenen hamsteren niet.” Soms is er werkelijk een ‘tot hier toe en niet verder’! Naast dat alles is het meest beslissend de onuitgesproken invloed van mijn ouders. In je leven gaan geen geloofsovertuigingen mee, maar Hijzelf.
Cor Ofman Ik ben in 1952 geboren in de stad Groningen, heb theologie gestudeerd aan de Vrije Universiteit en ben, al tijdens mijn studie, in Amsterdam aan het werk gegaan: eerst als predikants-assistent in de Jordaan en in Oud-West (1979-1983), daarna als pionier in een nieuw opvangproject voor daklozen in de Jordaan (1983-1987), vervolgens als pastor bij de Open Deur, een aandachtcentrum op het Begijnhof (1987-2012). Het waren allemaal parttime werkplekken, die ik in de loop der tijd combineerde met een baan als geestelijk verzorger in het Sint Lucas ziekenhuis (1995-2001), pionierswerk voor de protestantse diaconie in onder meer het Kerkhuis, een project voor migranten en hun kerken in de Bijlmermeer(2002-2008), het Wereldhuis (voor migranten en asielzoekers) in de binnenstad (2008-2018), waar ik mijn betaalde arbeid mocht afsluiten met een boek ‘Zoektocht naar gastvrijheid’. Sindsdien ben ik (als vrijwilliger) actief als pastor en counselor bij Stap Verder, de opvolger van het Kerkhuis in de Bijlmermeer, met als bijzonderheid dat ons team bestaat uit mensen uit verschillende culturen (pastores uit Afrika en de Filipijnen en maatschappelijk werkenden met een Surinaamse en Antilliaanse achtergrond).
Ik ben een idealist (op grond van mijn invulling van de Bijbelse verhalen) en tegelijk een realist (die graag zoekt naar praktische oplossing voor mensen die op mijn weg komen (de laatste 25 jaar vooral mensen zonder verblijfsvergunning). Ik kan niet luisteren naar de vaak schokkende levensverhalen van mijn bezoekers zonder in actie te komen. Ik kan niet zeggen: Ga heen, houd je warm, als ik weet dat er geen veilige opvang beschikbaar is. Daarom heb ik vaak mensen gastvrij ontvangen in mijn eigen huis om hen van het broodnodige te voorzien. De realiteit van alledag verwerk ik in mijn preken, want ik wil de Bijbelse boodschap van vrede en gerechtigheid kunnen rijmen met wat ik tegenkom.
Ik wil dat verhaal graag delen met kerkgangers en heb het geluk dat ik door zo’n twintig kerken wordt uitgenodigd een dienst te leiden. Hoewel ik goed kan luisteren, vind ik het ook fijn het woord te voeren en in een kerkdienst een actieve rol te vervullen.
Toen ik een paar jaar geleden werd uitgenodigd om in de Hoef te mogen voorgaan, deed het me goed om te zien hoe een kerkelijke gemeente op zo’n bijzondere locatie in een nieuwbouwwijk kan groeien tot een plek van samenkomst waarin mensen zich kunnen optrekken aan elkaar en aan de woorden uit de Bijbel.
In mijn preken probeer ik aan te sluiten bij de tijd, waarin geloven niet meer vanzelfsprekend is en ontdek ik hoe actueel de Bijbelse teksten zijn binnen onze samenleving. Eén keer per jaar is het ‘Vluchtelingenzondag’. Voor mij is het elke zondag vluchtelingenzondag, en zolang kerkgangers de verhalen willen blijven horen over waar ik in mijn werk tegenaan loop, hoop ik door te mogen gaan.
Kees van Stralen Sinds 2017 woon ik met mijn vrouw in de wijk Leidsche Rijn, de Kersentuin. Daar kwamen wij te wonen nadat wij vanwege mijn emeritaat/pensionering de pastorie in Alphen aan den Rijn verlieten. In 2018 werd ik gemeentelid van de P.G. Leidsche Rijn.
Zo werd ik van gemeentepredikant van een grote gemeente in Alphen aan den Rijn gemeentelid in de Hoef. Dat was wennen.
Voorgaan in de Hoef vind ik fijn, juist ook omdat ik zo meer mensen leer kennen. Door mee te doen groeit dat mensen leren kennen ook. Zo ben ik met een groepje gemeenteleden bezig geweest met een korte cursus Bibliodrama. En met anderen denk ik na over de benadering van nieuw ingekomenen. Hoe kunnen we vanuit de Hoef helpen om de ‘verhuisdoos geloven’ uit te pakken?
Hoe dan ook blijft de grote uitdaging hoe de Bijbel en het dagelijkse leven op elkaar betrokken zijn.
De laatste pastorie die wij verlieten stond in Alphen aan den Rijn, in de nieuwbouwwijk Kerk en Zanen. Ik werd er in 2002 predikant van een toen nog SoW gemeente die later Protestantse Gemeente de Lichtkring werd. Toen ik er begon, kwam de gemeente in een sporthal bijeen. Na de kerkdiensten moesten alle attributen, van een piano/orgel, stoelen tot een verrijdbare kleine kansel, weer worden opgeborgen. En ondertussen voetbalden de kinderen in een hoek van de sporthal. Kinderen van de naastgelegen basisschool zeiden dat ze gymnastiekles kregen in de kerk. Na een aantal jaar en vele geldwerfacties verder, kon de gemeente verder in een eigen kerkgebouw, de Lichtkring.
Het gemeentewerk kwam daardoor tot bloei.
Zelf was ik, naast de zondagse diensten en veelzijdig pastoraat, vooral bezig met vele vormen van groepswerk en vorming en toerusting. Vooral begeleiding en instructie huiscatecheten staat mij nog levendig bij. Voor de ‘moeilijke vragen’ kwam de dominee bij de groepen langs. En de vele jaren dat ik de cursus Aangenaam Kennismaken – ABC van het Christelijk geloof, heb kunnen geven.
De eerste gemeente waaraan ik werd verbonden was in de Haarlemmermeer, in Rijsenhout. SoW de Ontmoetingskerk. Daar leerde ik al snel dat kerkenwerk ook veel vergaderen betekent. En we merkten hoe groot de invloed is van het nabijgelegen Schiphol. De Kaagbaan ging vlak boven ons huis.
Voordat ik in 1995 predikant werd, werkte ik eerst in Harderwijk bij een Interkerkelijke stichting voor sociaal cultureel werk waar ik van alles deed. Opbouwwerk in een nieuwbouwwijk, jeugdwerk in een van de locaties, begeleiding zelfhulpgroepen. Na zeven jaar dit werk te hebben gedaan, ging ik werken bij de Raad voor het Jeugdwerk van de (toen nog) Nederlandse Hervormde Kerk. Het bureau stond in Driebergen. Mijn taak was de werkbegeleiding van de Jeugdwerkadviseurs en Jeugdpredikanten en het organiseren van hun deskundigheid.
Hobby’s? Jazeker. Lezen, studeren, fietsen, zeilen en wandelen. Wandelen is ook bergwandelen, vooral in de Hoge Alpen.
Marjan Los Ik woon met mijn man en zoon in Baarn. Mijn dochter, schoonzoon en drie kleinkinderen wonen in Hilversum.
In 1978 ben ik met de studie Godgeleerdheid aan de rijksuniversiteit van Utrecht begonnen. Mijn eerste baan was vicaris in Utrecht Overvecht-Noord. In 1989 ben ik predikant geworden. Mijn eerste gemeente was Biezelinge-Eversdijk, in Zeeland. Mijn tweede gemeente was in Mijdrecht, tot 2007. En mijn laatste gemeente was hier in Baarn, tot 2020. Nu ben ik ambulant predikant; en ik ben ook beschikbaar voor kortlopende klussen zoals een blok catechese, een cursus of een lezing. Verder ben ik bezig met een onderzoek naar de Apostolische Geloofsbelijdenis, met als belangrijkste onderzoeksvraag: in hoeverre wordt de inhoud daarvan gesteund door de auteurs van de Bijbel?
Preken vind ik één van de leukste dingen van het predikantschap. Ik vind het belangrijk nauwkeurig te lezen wat er in de Bijbel staat. Vervolgens is het de vraag of wat daar geschreven staat ook voor ons in onze huidige tijd belangrijk is. Wat mij steeds weer opvalt is hoe de bijbelschrijvers in Gods naam betrokken waren op de maatschappij, veel meer dan op het intieme persoonlijke geloofsleven van de gelovigen.
Wat mij aanspreekt in de Protestantse Gemeente Leidsche Rijn is de setting: in een oude boerderij, een multifunctionele zaal. Een bescheiden gemeente, maar met een stevige basis en voldoende zelfbewustzijn. Het doet me denken aan de begintijd van de kerk, toen zij nauwelijks bekendheid en invloed had en men bij elkaar kwam in huisgemeenten. Wat ik ook prettig vind: de sfeer van ruimte, rust en aandacht rond de eredienst.
Wie nog meer wil weten: zie www.marjan los.nl
Piet Vliegenthart In mijn leven als actief predikant was ik voor velen, m.n. voor kinderen “dominee Piet”. Onlangs ben ik 70 jaar geworden (maar zo oud voel ik me niet!). In 2017 ging ik na iets meer dan 40 jaar met pensioen (of: met “emeritaat”, zoals dat o.a. van predikanten wordt gezegd).
Ik ben getrouwd met Marja, samen hebben wij drie zonen, drie schoondochters en acht kleinkinderen van 4 tot 13 jaar oud, 4 meisjes (dus toch! :-)) en 4 jongens. We wonen op een uniek plekje in Leidsche Rijn, drie hoog op de hoek van een klein appartementencomplex aan het Lint, dat zich rond het schitterende Maximapark slingert (8 of 10 km lang), in coronatijd een uitnodiging om, als het even kan, elke dag te wandelen.
Behalve wandelen is fietsen een belangrijke hobby, mede uit principe (nooit een auto gehad, het milieu…). En verder: pianospelen (liefst iedere morgen, van boogiewoogie tot kerkmuziek), lezen (papier en audio), studie, en nog veel meer. Graag gaan we er samen op de fiets een paar dagen op uit. Wat is Nederland mooi! Minstens één dag in de week ben ik als vrijwilliger druk op het kantoor van Kerk en Vrede in Oog en Al. Kerk en Vrede is een oude pacifistische vredesorganisatie (vanaf 1924). Ik doe daar alles wat mijn hand vindt om te doen, van webwinkel tot administratief werk.
Zo nu en dan draag ik een steentje bij aan de gemeente rond de Hoef, onder meer door het orgel te bespelen tijdens de kerkdienst. Ik heb mijn werk als predikant altijd met veel plezier gedaan. Diverse gemeenten passeerden daarbij de revue: Heerhugowaard, Oudewater, Amsterdam-Bijlmer, Landsmeer, Utrecht (Overvecht en Zuilen) en tot slot Rosmalen/Berlicum (bij Den Bosch). Een boeiende afwisseling met telkens nieuwe uitdagingen. Jarenlang was ik deeltijdpredikant en zorgden Marja en ik samen voor ons gezin. Hier in Utrecht is er nu nog een klein aantal pastorale contacten met regelmatig een uitvaart… Ook ga ik regelmatig voor (zoals in de laagdrempelige Hoef, waar we zelf lid van zijn). Ik blijf het boeiend vinden om wat we in de Bijbel lezen te verbinden met gelovig leven in deze veelbewogen tijd. Maar er zal vast een moment komen dat ik een punt zet achter het preken.
Tot slot. Ooit werd mij gevraagd wat voor de kern van het geloof is. Toen heb ik zonder veel nadenken geantwoord: “Ik weet mij geroepen tot en bestemd voor liefde, en wel van Hogerhand.” En dat geldt nog steeds.